AMSTERDAM - Het Openbaar Ministerie (OM) verwijt een man van 57 jaar uit Amstelveen belastingfraude. Het gaat om fraude die volgens het OM gepleegd is in de periode van maart 2011 tot en met oktober 2014. Vandaag behandelde de rechtbank van Amsterdam de zaak. Centraal staat de vraag of de overdrachtsprijs van € 8.450.000 van een pand een zakelijke prijs is geweest; een prijs waarvan de verdachte mocht veronderstellen dat die de waarde in het economische verkeer representeerde en waarop de verschillende belastingaangiften gebaseerd konden worden.


Pand Kalverstraat en Rokin

Specifiek verwijt het OM de verdachte dat hij opzettelijk een onjuiste aangifte vennootschapsbelasting 2011 ten name van zijn vastgoedonderneming, een onjuiste aangifte overdrachtsbelasting en drie onjuiste aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2011, 2012 en 2013 heeft gedaan. De onjuistheden hangen telkens samen met de overdracht van een samengevoegd pand op de Kalverstraat en Rokin in Amsterdam vanuit zijn onderneming naar de verdachte en een mede-aandeelhouder in privé en de daarbij gehanteerde overdrachtsprijs. Het OM is van oordeel dat die prijs onjuist, namelijk te laag, is geweest. Het vastgoedbedrijf is de vennootschap waarvan de verdachte de helft van de aandelen bezit.

Opzettelijk te lage overdrachtsprijs

Omdat de Belastingdienst vermoedde dat hier opzettelijk een te lage overdrachtsprijs is gehanteerd, heeft de Belastingdienst de zaak aangemeld voor strafrechtelijk onderzoek wegens belastingfraude. De overdrachtsprijs van de panden taxeerde de Belastingdienst op ruim € 18 miljoen.

Zorgvuldig geplande overdracht

“De verdachte heeft met de zorgvuldig geplande overdracht van de panden Kalverstraat/Rokin op schaamteloze wijze de Belastingdienst benadeeld. Uitgaande van de taxatie van de Belastingdienst bedraagt het totale nadeel in deze zaak maar liefst ruim € 5.500.000. Belastinggeld is van ons allemaal en voor ons allemaal. Verdachte doet daar niet aan mee, maar kiest ervoor om op slinkse wijze zichzelf nog meer te verrijken.”, aldus de officier van justitie.

Het OM rekent verdachte zijn verwerpelijke handelen en het feit dat hij geen enkel inzicht in de laakbaarheid van zijn gedrag heeft getoond, zwaar aan en eist 12 maanden gevangenisstraf, onvoorwaardelijk.

De rechtbank doet uiterlijk 9 juni uitspraak.